Voedingstechnieken biedt een polyvalente theoretisch-technische vorming. Je wordt niet opgeleid in een ambachtelijk beroep. De opleiding leert je dat het eindproduct = voedingswaren niet het belangrijkste is, wel de wijze waarop het product tot stand komt.
De studie van de grondstoffen en van het productieproces staat centraal. Microbiologie, chemie en fysica zijn je vakken. Je werkterrein is het labo. In de derde graad leer je zelfstandig en efficiënt taken uitvoeren. De ambachtelijke bereidingen tweede graad worden vervangen door industriële productie van levensmiddelen. De inhoud van de technische vakken heeft tot doel je een doorgedreven kennis van levensmiddelen- en voedingsleer, voedselbereidingen door industriële productie van levensmiddelen bij te brengen. Deze kennis is onontbeerlijk om de bereidings- en bewaringswijze van gerechten en dranken te kunnen controleren.
Product- en warenkennis zijn noodzakelijk voor een deskundige en economisch verantwoorde voedselbehandeling. Je leert zelfstandig werkzaamheden in de voedselbereidingen plannen, voorbereiden en uitvoeren. Al deze activiteiten gebeuren met een voortdurende aandacht voor veilig, hygiënisch en milieubewust werken, in teamverband werken.
Maar je kennis verwerf je niet enkel op school. Vanaf het vijfde jaar doe je praktische ervaring op in een bedrijf: werkplekleren. Je doet er aan onderzoek, volgt er het productieproces op en controleert er het eindproduct.