De klemtoon ligt op de praktijk. Je wordt voorbereid op een beroep in de horeca. Later kan je zowel terecht in de keuken als in de zaal van een restaurant, café… waar je instaat voor de bediening.
Je bouwt verder op de kennis en de praktijkervaring die je reeds hebt opgedaan in de 2de graad en krijgt weinig algemene vakken. Enkel aan de talen Nederlands en 2 vreemde talen wordt veel aandacht besteed omdat je je klanten later keurig moet kunnen te woord staan.
Je leert gastronomische bereidingstechnieken, versnijden, bedienen en omgaan met klanten volgens de regels van de etiquette. Je maakt uitgebreid kennis met alles wat te maken heeft met het uitbaten van een horecazaak en krijgt inzicht in bedrijfsorganisatie, het inrichten van werkruimtes, de regels van hygiëne en veiligheid….
Je leert gasten ontvangen, begeleiden, adviseren en bedienen. Ook de bardienst, het voorstellen van menu en wijnen, specifieke zaalbereidingen en versnijdingen, het overhandigen van de tafelrekening… komen aan bod.
Door de vele praktijkuren en stages in binnen- of buitenland leer je snel en efficiënt werken, stress beheersen en problemen oplossen wanneer ze zich voordoen.
In deze opleiding moet je heel wat duur beroepsmateriaal en -kledij kopen. Dit is echter geen verloren geld: meestal kan later alles nog gebruikt worden.